Ebbenhouten spoor 2013
|
De
Zwitser Aviel Cahn (38) kwam in 2009 aan het hoofd van de Vlaamse opera, in
Antwerpen en Gent. Hij werd daarmee de jongste intendant van Europa. Dat Cahn
onze cultuur snel onder de knie kreeg, bewijst zijn nagenoeg accentloos
Nederlands. De directeur werd niet
alleen gehuldigd omwille van zijn snelle integratie, maar ook voor de
nieuwe wind die hij door de opera liet waaien. Hij verlaagde de drempel en doet
er alles aan om nieuwe publieken aan te boren. "Aviel is de man die er in
slaagt de oude instrumenten in de opera binnen te sluizen en tegelijk
diezelfde opera op het net en op Facebook te gooien. Hij vernieuwt zonder te
choqueren, met respect voor waarden."
|
Mijnheer de vice-Minister-president,
Mijnheer de ondervoorzitter van de Senaat,
Mister ambassador,
Mijnheer de ereconsul,
Mijnheer de voorzitter,
Collega’s volksvertegenwoordigers en senatoren,
Professor,
Leden van de Raad van Bestuur van de Vlaamse Opera,
Dames en heren,
Mijnheer Cahn,
Aviel, als ik u mag tutoyeren.
Alhoewel ik van klassiek hou, ik toch een aanzienlijke collectie cd’s heb, zelf ooit musiceerde en jarenlang in een jongenskoor zong, kende ik de operawereld niet zo goed als mijn voorzitter dat doet. Nochtans speelde ik ooit, in lang vervlogen tijden, mee in “Der Mann im Mond“, een muzikaal sprookje. Wij noemden het een ‘opera’, eentje van Cesar Bresgen. Maar daar stopt het. En toch was ‘de naamr Aviel Cahn me niet onbekend. Eerst en vooral was hij me onrechtstreeks bekend. De Toverfluit in de Vlaamse Opera haalde radio en televisie. Neen, niet enkel Klara of Telenet’s Culture7, de Toverfluit bereikte de modale Vlaming.
Dit is waar Aviel Cahn in slaagt.
De beste leraar legt immers de moeilijkste dingen eenvoudig uit zonder afbreuk te doen aan de waarheid of wetenschappelijk aard van de boodschap. De beste leraar vulgariseert met behoud van de intellectuele waarde. Dat doet Aviel Cahn met opera. Vlaanderen kon zich geen betere directeur bedenken voor de Vlaamse opera in Gent en Antwerpen. Aviel Cahn slaagt er in maatschappelijke betrokkenheid te creëren. Hij doet dit in de eerste plaats door in no time het Nederlands onder de knie te hebben. Maar tegelijk ook door de programmering van het operahuis als door zijn persoonlijk ‘zijn’. Door de creatie van een nieuwe huisstijl en team, maar ook door het aantrekken van Jurowski als dirigent, boetseert hij de eigenheid van een operahuis. Hij bezorgt de Vlaamse operahuizen een muzikale identiteit, als ik het woord nog mag uitspreken.
Hij doet dat door dus muzikaal en organisatorisch het onderste uit de kan te halen. Maar tegelijk het brede publiek aan te spreken met best wel wat kinder- en jongerenprojecten, en participatie in projecten als ‘Iedereen Klassiek’ van Klara in Gent (2011) of nog de ‘24u van het podium’. Breng dus gerust je 12-jarige zoon of dochter mee naar de opera! Dit bedoel ik met de ideale leraar, degene die hierin slaagt.
Aviel,
Ik kan me voorstellen toen je begon aan je taak in de Vlaamse opera dat dit een vette kluif was. Gent en Antwerpen combineren, financieel de zaken op orde zetten, helaas stoppen met skiën en dan toch je droom waar maken. Diepgang vinden in producties zodat de Vlaamse Opera kwalitatief top wordt, maar tegelijk ook die miskende opera onder de mensen brengen. Met naar internationale standaarden beperkte middelen. Geen sinecure.
Ook al mogen de Fiamminghi beschikken over een rijk cultureel erfgoed, er was nood aan een frisse wind in de Vlaamse Opera. En dus volhardde je en bouwde je een langetermijn project uit. Op die manier bouw je mee aan de Vlaamse cultuur, die per definitie open en internationaal is. Zoals jij dat ook wil. En wel in die mate dat Aviel aangekondigd wordt op Café Corsari, een bekend televisieprogramma, als, excuses mijnheer de ambassadeur, “een Vlaamse operabaas”!
Je leerde collega’s kennen en benaderde ze met open vizier. Dit leidt tot synergie. Bij een dinertje en een goed glas bier van intendant tot intendant worden solide samenwerkverbanden opgezet. Dat de Vlaamse Opera en het Concertgebouw Brugge samen coproduceren in een nieuwe muziektheaterproductie van Jan Fabre is daar het bewijs van. Trouwens ook met deSingel loopt de samenwerking vlotjes. Ik hoop dat je verder door kan gaan op dit elan en andere actoren in de sector kan overtuigen samen te werken. Dat net mensen als Jan Fabre en Terry Gilliam (bekend van Monty Python en minder bekend als regisseur van La Damnation de Faust) de weg naar de Vlaamse Opera vinden is nog maar eens een bewijs van hoe je de opera in het algemeen uit zijn beperkt hoekje haalt. En je hebt gelijk Aviel als je stelt in de vele interviews dat dergelijke benadering van cultuur, transversaal, over de muren van het statige operahuis heen, een enorme return on investment kan betekenen voor Vlaanderen. In de vele interviews die je gaf, bleef dit me bij: “In Zwitserland is het helemaal anders. Bedrijven als UBS, Credit Suisse, Rolex, Novartis zeggen: hier is 200.000 euro en maak daarmee een productie die de cultuur van Zwitserland ten goede komt. Want dat straalt ook op ons af. Bedrijven vinden het in Zwitserland belangrijk dat het goed gaat met de cultuur.” Je besluit met “Dat mis ik in Vlaanderen”. En je hebt voor een stuk gelijk. Onze sponsors en mecenaten zijn eerder uit op een quick win: het netwerk, een aangename avond… Ze zijn minder geïnteresseerd in het feit dat de Vlaamse cultuur internationaal straalt en het zo op langere termijn wél een win zou kunnen zijn. Het merk Vlaanderen eens geroemd voor zijn polyfonie, tapijtkunst, zijn primitieven, … bestond dankzij het mecenaat. Er is nog werk aan de winkel zodat Vlaanderen die knop omdraait. Alhoewel misschien slaagt het Festival van Vlaanderen hier toch voor een stuk in?
De leraar Aviel weet wat hij doet, hij mengt zich in het maatschappelijk debat, van Tertio tot Dag Allemaal. Van Café Corsari tot Knack. Opnieuw doet hij wat elke leraar hoort te doen. Communicatief sterk uit de hoek komen om op die manier op te komen voor zijn droom: de opera. Niet zomaar een opera. Een opera waar een Palestijn en Israëliet kunnen samen werken. Een opera waar geloof als rode draad doorheen de ganse programmatie heen loopt. Niet evident, maar toch, het plaatst cultuur ook voor een stuk in zijn maatschappelijk context, ook al is dit niet direct misschien de kerntaak van de opera, maar het is wel visionair. Aviel is de man die er in slaagt de oude instrumenten in de opera binnen te sluizen en tegelijk diezelfde opera op het net en Facebook te gooien. Het doet me wat denken aan Laptops und Lederhosen… Vernieuwen zonder te choqueren met respect voor waarde(n).
Beste mensen,
Deze Zwitserse Vlaming ruilde de bergen voor de polders. Hij integreerde op een sublieme wijze. Hij geeft namelijk gestalte aan de Vlaamse identiteit! Daarom Aviel, van harte dit Ebbenhouten Spoor, een kunstwerk van Isidoor Goddeeris aan een man die kunst mogelijk maakt.
Dr. Louis Ide,
Senator N-VA
5 februari 2013
Mijnheer de ondervoorzitter van de Senaat,
Mister ambassador,
Mijnheer de ereconsul,
Mijnheer de voorzitter,
Collega’s volksvertegenwoordigers en senatoren,
Professor,
Leden van de Raad van Bestuur van de Vlaamse Opera,
Dames en heren,
Mijnheer Cahn,
Aviel, als ik u mag tutoyeren.
Alhoewel ik van klassiek hou, ik toch een aanzienlijke collectie cd’s heb, zelf ooit musiceerde en jarenlang in een jongenskoor zong, kende ik de operawereld niet zo goed als mijn voorzitter dat doet. Nochtans speelde ik ooit, in lang vervlogen tijden, mee in “Der Mann im Mond“, een muzikaal sprookje. Wij noemden het een ‘opera’, eentje van Cesar Bresgen. Maar daar stopt het. En toch was ‘de naamr Aviel Cahn me niet onbekend. Eerst en vooral was hij me onrechtstreeks bekend. De Toverfluit in de Vlaamse Opera haalde radio en televisie. Neen, niet enkel Klara of Telenet’s Culture7, de Toverfluit bereikte de modale Vlaming.
Dit is waar Aviel Cahn in slaagt.
De beste leraar legt immers de moeilijkste dingen eenvoudig uit zonder afbreuk te doen aan de waarheid of wetenschappelijk aard van de boodschap. De beste leraar vulgariseert met behoud van de intellectuele waarde. Dat doet Aviel Cahn met opera. Vlaanderen kon zich geen betere directeur bedenken voor de Vlaamse opera in Gent en Antwerpen. Aviel Cahn slaagt er in maatschappelijke betrokkenheid te creëren. Hij doet dit in de eerste plaats door in no time het Nederlands onder de knie te hebben. Maar tegelijk ook door de programmering van het operahuis als door zijn persoonlijk ‘zijn’. Door de creatie van een nieuwe huisstijl en team, maar ook door het aantrekken van Jurowski als dirigent, boetseert hij de eigenheid van een operahuis. Hij bezorgt de Vlaamse operahuizen een muzikale identiteit, als ik het woord nog mag uitspreken.
Hij doet dat door dus muzikaal en organisatorisch het onderste uit de kan te halen. Maar tegelijk het brede publiek aan te spreken met best wel wat kinder- en jongerenprojecten, en participatie in projecten als ‘Iedereen Klassiek’ van Klara in Gent (2011) of nog de ‘24u van het podium’. Breng dus gerust je 12-jarige zoon of dochter mee naar de opera! Dit bedoel ik met de ideale leraar, degene die hierin slaagt.
Aviel,
Ik kan me voorstellen toen je begon aan je taak in de Vlaamse opera dat dit een vette kluif was. Gent en Antwerpen combineren, financieel de zaken op orde zetten, helaas stoppen met skiën en dan toch je droom waar maken. Diepgang vinden in producties zodat de Vlaamse Opera kwalitatief top wordt, maar tegelijk ook die miskende opera onder de mensen brengen. Met naar internationale standaarden beperkte middelen. Geen sinecure.
Ook al mogen de Fiamminghi beschikken over een rijk cultureel erfgoed, er was nood aan een frisse wind in de Vlaamse Opera. En dus volhardde je en bouwde je een langetermijn project uit. Op die manier bouw je mee aan de Vlaamse cultuur, die per definitie open en internationaal is. Zoals jij dat ook wil. En wel in die mate dat Aviel aangekondigd wordt op Café Corsari, een bekend televisieprogramma, als, excuses mijnheer de ambassadeur, “een Vlaamse operabaas”!
Je leerde collega’s kennen en benaderde ze met open vizier. Dit leidt tot synergie. Bij een dinertje en een goed glas bier van intendant tot intendant worden solide samenwerkverbanden opgezet. Dat de Vlaamse Opera en het Concertgebouw Brugge samen coproduceren in een nieuwe muziektheaterproductie van Jan Fabre is daar het bewijs van. Trouwens ook met deSingel loopt de samenwerking vlotjes. Ik hoop dat je verder door kan gaan op dit elan en andere actoren in de sector kan overtuigen samen te werken. Dat net mensen als Jan Fabre en Terry Gilliam (bekend van Monty Python en minder bekend als regisseur van La Damnation de Faust) de weg naar de Vlaamse Opera vinden is nog maar eens een bewijs van hoe je de opera in het algemeen uit zijn beperkt hoekje haalt. En je hebt gelijk Aviel als je stelt in de vele interviews dat dergelijke benadering van cultuur, transversaal, over de muren van het statige operahuis heen, een enorme return on investment kan betekenen voor Vlaanderen. In de vele interviews die je gaf, bleef dit me bij: “In Zwitserland is het helemaal anders. Bedrijven als UBS, Credit Suisse, Rolex, Novartis zeggen: hier is 200.000 euro en maak daarmee een productie die de cultuur van Zwitserland ten goede komt. Want dat straalt ook op ons af. Bedrijven vinden het in Zwitserland belangrijk dat het goed gaat met de cultuur.” Je besluit met “Dat mis ik in Vlaanderen”. En je hebt voor een stuk gelijk. Onze sponsors en mecenaten zijn eerder uit op een quick win: het netwerk, een aangename avond… Ze zijn minder geïnteresseerd in het feit dat de Vlaamse cultuur internationaal straalt en het zo op langere termijn wél een win zou kunnen zijn. Het merk Vlaanderen eens geroemd voor zijn polyfonie, tapijtkunst, zijn primitieven, … bestond dankzij het mecenaat. Er is nog werk aan de winkel zodat Vlaanderen die knop omdraait. Alhoewel misschien slaagt het Festival van Vlaanderen hier toch voor een stuk in?
De leraar Aviel weet wat hij doet, hij mengt zich in het maatschappelijk debat, van Tertio tot Dag Allemaal. Van Café Corsari tot Knack. Opnieuw doet hij wat elke leraar hoort te doen. Communicatief sterk uit de hoek komen om op die manier op te komen voor zijn droom: de opera. Niet zomaar een opera. Een opera waar een Palestijn en Israëliet kunnen samen werken. Een opera waar geloof als rode draad doorheen de ganse programmatie heen loopt. Niet evident, maar toch, het plaatst cultuur ook voor een stuk in zijn maatschappelijk context, ook al is dit niet direct misschien de kerntaak van de opera, maar het is wel visionair. Aviel is de man die er in slaagt de oude instrumenten in de opera binnen te sluizen en tegelijk diezelfde opera op het net en Facebook te gooien. Het doet me wat denken aan Laptops und Lederhosen… Vernieuwen zonder te choqueren met respect voor waarde(n).
Beste mensen,
Deze Zwitserse Vlaming ruilde de bergen voor de polders. Hij integreerde op een sublieme wijze. Hij geeft namelijk gestalte aan de Vlaamse identiteit! Daarom Aviel, van harte dit Ebbenhouten Spoor, een kunstwerk van Isidoor Goddeeris aan een man die kunst mogelijk maakt.
Dr. Louis Ide,
Senator N-VA
5 februari 2013